SNR staat voor Single Number Rating. Het is een Europese norm die aangeeft hoeveel demping een gehoorbeschermer gemiddeld biedt. Of je nu werkt in een lawaaiige fabriekshal of op een bouwplaats staat, de SNR-waarde helpt je inschatten of een oorkap of otoplastiek genoeg geluid wegneemt om je gehoor te beschermen.
Het werkt simpel: je neemt het geluidsniveau op de werkplek en trekt daar de SNR-waarde van af. Het resultaat is het geluidsniveau dat je oor nog te verduren krijgt. Dat wordt ook wel het restniveau genoemd.
Bijvoorbeeld:
Stel het lawaai op de werkplek is 100 dB(A), en je draagt gehoorbescherming met een SNR van 25. Dan blijft er gemiddeld 75 dB(A) over achter de gehoorbeschermer.
De SNR is dus handig als rekenmodel. Maar let op: het is een gemiddelde, geen absolute waarheid. Geluid is complex. En niet elke gehoorbeschermer dempt elk type geluid evenveel. Daarom bestaat de SNR eigenlijk altijd uit meer dan alleen een getal.
De SNR-waarde wordt vastgesteld in een laboratorium, volgens de Europese norm ISO 4869. Daarbij wordt getest hoeveel geluid een gehoorbeschermer gemiddeld dempt over verschillende frequenties.
Het resultaat is één getal: de Single Number Rating (SNR). Deze waarde geeft een gemiddelde demping in decibel weer. Hoe hoger de SNR, hoe beter de bescherming tegen lawaai.
Om die waarde te kunnen gebruiken in de praktijk, is een simpele rekensom bedacht:
L’ = Lc – SNR
Let op: dit lijkt misschien een eenvoudige berekening, maar hier gaat het in de praktijk vaak mis. Veel mensen trekken de SNR-waarde af van het A-gewogen niveau in plaats van het C-gewogen niveau. Dat geeft een vertekend beeld, want het A-niveau is meestal lager. Het gevolg: je denkt goed beschermd te zijn, terwijl het geluid in werkelijkheid nog te hoog is.
Daarom is het belangrijk om altijd het C-niveau te gebruiken bij deze berekening. Alleen dan geeft de SNR een betrouwbare indicatie van de resterende geluidsblootstelling.
Een gehoorbeschermer met een hoge SNR-waarde dempt meer geluid dan eentje met een lage waarde. Maar dat betekent niet automatisch dat "meer altijd beter" is.
Een hogere SNR is vooral nuttig in omgevingen met extreem veel lawaai, zoals bij metaalbewerking, luchthavens of sloopwerk. Bij een geluidsniveau van 100 dB(A) is het logisch dat je een beschermer nodig hebt die minstens 25 tot 30 dB demping biedt.
Maar in situaties waar het geluid minder extreem is, kan teveel demping juist een probleem worden. Als een werknemer nauwelijks meer kan communiceren of waarschuwingssignalen hoort, neemt de veiligheid af in plaats van toe. Dit zie je vooral in de bouw, logistiek of productie.
Daarnaast kan overmatige demping leiden tot verminderde alertheid. Werknemers voelen zich afgesloten van hun omgeving en nemen gehoorbescherming sneller af, bijvoorbeeld tijdens overleg. Op dat moment daalt de bescherming, letterlijk, naar nul.
Een goede gehoorbescherming moet dus niet alleen voldoende dempen, maar ook passen bij de situatie. Het restniveau achter de gehoorbescherming moet uitkomen op ongeveer 75 dB(A). Dat is veilig, maar nog net hoorbaar genoeg om te kunnen werken.
De SNR-waarde is een handig gemiddeld cijfer, maar het vertelt niet het hele verhaal. Geluid bestaat namelijk uit verschillende frequenties. Denk aan het verschil tussen het lage gebrom van een motor en het hoge gepiep van een slijptol. Niet elke gehoorbeschermer dempt alle tonen even goed.
Daarom worden bij gehoorbeschermers ook de H-, M- en L-waarden weergegeven:
Bij veel gehoorbeschermers zit er een duidelijk verschil tussen deze drie. Het ene type dempt vooral hoge tonen, terwijl een ander juist beter werkt bij lage bromtonen. Voor werkplekken waar vooral laagfrequent geluid voorkomt, zoals bij dieselmotoren of zware machines, is de L-waarde belangrijker dan bij bijvoorbeeld een timmerwerkplaats, waar hogere frequenties de boventoon voeren.
Bij gehoorbeschermers met een vlak dempprofiel liggen de H-, M- en L-waarden dicht bij elkaar. In dat geval is de SNR prima bruikbaar als indicatie. Maar bij grote verschillen tussen hoog en laag is het verstandig om ook die drie waarden apart te bekijken. Alleen zo weet je zeker dat de bescherming past bij het soort lawaai.
Wie online zoekt naar gehoorbescherming, komt naast de SNR ook regelmatig een andere afkorting tegen: NRR, oftewel Noise Reduction Rating. Dit is het Amerikaanse systeem om de demping van gehoorbescherming aan te geven.
De NRR wordt bepaald volgens de ANSI-norm (American National Standards Institute) en is gebaseerd op een andere testmethode dan de Europese SNR. Daardoor is de waarde niet direct vergelijkbaar. In de praktijk ligt de NRR meestal lager dan de SNR voor dezelfde beschermer.
Een NRR van 21 is dus niet hetzelfde als een SNR van 21. Er zijn formules om een schatting te maken van hoe NRR zich ongeveer vertaalt naar SNR, maar deze zijn niet exact.
Gebruik je gehoorbescherming in Europa? Dan is de SNR de standaard om aan te houden. De waarde is afgestemd op Europese meetmethodes, regelgeving en gebruikssituaties. Let er dus op dat je in Nederland of België niet uitgaat van een NRR als je werkt met SNR-gebaseerde geluidsmetingen.
De SNR is een handig hulpmiddel om gehoorbescherming te vergelijken en het geluidsniveau achter de beschermer in te schatten. Maar in de praktijk gaat het nog regelmatig mis. Niet omdat de waarde zelf fout is, maar omdat hij verkeerd wordt toegepast.
Een veelvoorkomende fout is dat de SNR wordt afgetrokken van het A-gewogen geluidsniveau, terwijl het hoort te worden verrekend met het C-gewogen niveau. Het verschil tussen A en C kan zomaar 5 dB zijn. Daardoor lijkt het alsof je veilig zit, terwijl het geluid achter de gehoorbescherming nog te hoog is.
Ook wordt de SNR soms als absoluut getal gezien. Maar het blijft een gemiddelde, gebaseerd op tests in een gecontroleerde omgeving. In de praktijk kunnen pasvorm, gebruiksfouten of vervuiling de demping flink verminderen.
Daarnaast is het belangrijk om te kijken of de demping past bij het type geluid. Een hoge SNR zegt weinig als je vooral lage tonen moet dempen en de L-waarde te laag is. In dat geval kan er alsnog gehoorschade ontstaan, ondanks een ‘goede’ beschermingswaarde op papier.
Tot slot is het risico van overcompensatie iets om rekening mee te houden. Een te hoge SNR in een relatief rustige omgeving kan ertoe leiden dat communicatie lastig wordt en gebruikers de bescherming uitdoen. Dan verdwijnt het effect volledig.
Kortom: de SNR is waardevol, maar niet heilig. Gebruik het als onderdeel van een bredere afweging. Kijk naar het soort werk, de geluidsbron, de frequenties, en vooral naar de draagbaarheid en acceptatie op de werkvloer.