Werkgevers zijn verplicht om veiligheidsbrillen op sterkte te vergoeden als deze nodig zijn voor het veilig uitvoeren van het werk. Deze verplichting blijft in 2025 gewoon van kracht. Maar er zijn wel ontwikkelingen waar je als werkgever rekening mee moet houden, zeker met de invoering van de nieuwe norm voor oogbescherming. In deze blog leggen we kort uit wat de wettelijke verplichtingen zijn, wat er verandert vanaf november 2025, en waarom het belangrijk is dat je als werkgever de norm bij elke vergoeding controleert.
Volgens artikel 8.1 van het Arbobesluit moeten werkgevers persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) beschikbaar stellen als risico’s niet op een andere manier kunnen worden weggenomen. Artikel 8.2 zegt dat die middelen kosteloos moeten worden verstrekt. Artikel 44 van de Arbowet bepaalt bovendien dat de kosten van die maatregelen niet op de werknemer mogen worden verhaald.
Als een werknemer een bril op sterkte nodig heeft om zijn werk veilig te kunnen doen, én er sprake is van risico op oogletsel, dan moet de werkgever een goedgekeurde veiligheidsbril op sterkte volledig vergoeden. Dat geldt voor enkelvoudige glazen, maar ook voor multifocale of multifocaal optimale varianten.
Bekijk hier wat een werkgever moet vergoeden bij veiligheidsbrillen op sterkte
De vergoeding zelf verandert niet, maar de eisen aan wát je vergoedt wél. In 2024 is de nieuwe norm NEN-EN-ISO 16321-1:2022 ingevoerd. Deze vervangt de bekende EN 166-norm als basis voor het certificeren van veiligheidsbrillen. Tot november 2025 mogen brillen nog gecertificeerd worden onder EN 166, maar daarna niet meer. Nieuwe certificeringen moeten dan altijd op basis van NEN 16321 plaatsvinden.
Let op: bestaande EN 166-brillen blijven geldig tot het einde van hun certificeringsperiode (meestal vijf jaar). Je hoeft bestaande brillen dus niet direct te vervangen, maar nieuwe brillen moeten vanaf november 2025 wél voldoen aan de nieuwe norm. Als werkgever moet je daarom bij elke vergoeding controleren of de bril nog voldoet aan de juiste normering.
Lees hier meer over de NEN-EN-ISO 16321-1 norm en wat dit betekent voor jouw organisatie
Je blijft verplicht om een goedgekeurde bril te vergoeden. Maar na november 2025 moet je zeker weten dat de bril die je vergoedt voldoet aan de juiste norm. Blijf je brillen aanbieden die alleen nog onder EN 166 zijn gecertificeerd, dan kunnen die na verloop van hun certificeringstermijn niet meer worden vervangen zonder te voldoen aan de NEN-EN-ISO 16321-1.
Kort gezegd: wil je blijven voldoen aan de wet, dan moet je bij elke vergoeding controleren of de bril voldoet aan de actuele norm. Dat voorkomt discussies én zorgt dat je geen brillen vergoedt die binnenkort niet meer gebruikt mogen worden.
Uit het jaarverslag van de Nederlandse Arbeidsinspectie blijkt dat in 2024 het aantal werkgevers met een actuele RI&E is gestegen van 50% naar 64%. De Inspectie benadrukt dat de RI&E de basis vormt voor het bepalen welke risico’s werknemers lopen, en dus ook of oogbescherming verplicht is.
Als uit je RI&E blijkt dat er risico is op oogletsel (bijvoorbeeld door rondvliegende deeltjes, stof of chemicaliën), dan moet je passende bescherming bieden én vergoeden. De invoering van de nieuwe norm maakt het extra belangrijk dat de PBM die je aanbiedt ook daadwerkelijk geschikt en goedgekeurd is. Je kunt niet meer volstaan met vergoeden zonder te controleren of de bril nog voldoet aan de eisen die straks gelden.